1. Ik ben die ik ben
Met dit lichaam en met deze geest moet ik het doen.
Dit is alles wat ik heb.
Ik kan het niet meer ruilen.
Dit is blijkbaar precies zoals ik moet zijn; zonder mij, zoals ik op dit moment ben, was de schepping niet volledig. Ik houd op mezelf verwijten te maken voor dingen die ik (nog) niet kan.
2. Ik hoef niet perfect te zijn
Ik hoef niet te kunnen wat ik niet kan.
Perfectie is stilstand en stilstand is dood.
Ik leef, dus ik maak fouten.
Ik mag ook fouten maken.
Van fouten leer ik.
Sterker nog: Ik ben perfect, juist omdat ik de fouten maak die ik maak!
Zo houd ik de evolutie op gang.
3. Ik krijg precies wat ik nodig
heb
Alles helpt mij om mijn opdracht op aarde te vervullen, ook de tegenslagen en de ziekte, de vijanden en de ruzies, de verloren liefdes en de gebroken harten.
Als ik dat nu niet zie, zal ik het later wel kunnen zien.
Ik besef bij elk moeilijk moment, dat alles nog veel erger had kunnen zijn.
4. Ik hoef alleen maar volstrekt eerlijk
naar mezelf te zijn
Soms moet ik selectief met de waarheid omgaan.
Totale eerlijkheid naar andere mensen is niet altijd liefdevol, integendeel.
En soms moet ik mezelf beschermen, dat is nu eenmaal zo in deze wereld.
Als ik maar niet lieg tegen mezelf; als ik maar weet wat ik doe en waarom.