In principe kun je niet dood
gaan voordat je leven op Aarde is voltooid, en je leven is voltooid
als je alle voor je geboorte geplande ervaringen ook daadwerkelijk
hebt ervaren. Die geplande ervaringen zijn immers de reden dat je
juist deze keer naar de Aarde bent afgereisd. ‘Dood’ is een
toestand die niet bestaat, God heeft alleen maar leven geschapen, en
je kunt dan ook alleen maar overstappen naar een andere wereld. Bij
het sterven koppelt je bewustzijn zich los van de fysieke
lichaamsvorm, en schept direct daarop een nieuw lichaam dat geschikt
is voor de wereld waar je naar toe gaat, en daar ga je verder met het
opdoen van ervaringen.
Alle bewustzijn is eeuwig, elke mens
heeft dan ook het eeuwige leven, maar om dat eeuwige leven ook te
kunnen ervaren reis je steeds weer af naar ervaringsvelden -
zoals onze eigen Aarde - om daar ervaringen op te doen. Om op die
manier je ware aard - de op zielsniveau bestaande volmaaktheid met
zijn één zijn met alles - stapje voor stapje te reconstrueren via
de weg van het ervaren. Het in volmaakte harmonie samenleven
met alles dat leeft is het doel van alle leven. En om dat
doel te bereiken heb je een nimmer eindigende serie levens tot je
beschikking. Je ziel is wie je werkelijk bent, en jijzelf bent één
van de talloze geïndividualiseerde deeltjes van je ziel om namens de
ziel ervaringen op te doen.