Mindfulness betekent:
“Aandacht schenken aan wat zich
voordoet in het heden, zonder erover te
oordelen.”
Jon Kabat-Zinn noemt zeven kenmerken (pilaren) voor een
goede basishouding die mindfulness bevorderend kunnen werken. Deze zeven pilaren
staan niet los van elkaar maar overlappen en versterken elkaar
wederzijds.
- Niet oordelen
De
gewoonte om onze ervaringen voortdurend te beoordelen is zo sterk ingesleten dat
we ons er nog nauwelijks van bewust zijn. Toch is deze neiging tot evalueren,
vergelijken en beoordelen een bron van innerlijke problemen en conflicten.
Tijdens de beoefening van mindfulness is het de kunst om deze commentaren en
oordelen zoveel mogelijk achterwege te laten en ons er zo min mogelijk door mee
te laten nemen.
- Geduld hebben
De
drang naar snelle resultaten en oplossingen is een gevolg van onze
conditionering en is een lastige valkuil die moeilijk te omzeilen is. De wirwar
van gedachten en gevoelens die zich gewoonlijk in ons afspelen kun je niet van
de ene op de andere dag omtoveren in een prettig gevoel. Geduld betekent dat je
in eerste instantie de zaken kunt laten zijn zoals ze zijn en kunt zien zoals ze
zijn. De wijsheid die in geduld besloten ligt is zich ervan bewust dat niets kan
blijven zoals het is en dat alles voortdurend verandert, ook al zien we dat niet
direct van het ene moment op het andere gebeuren. Op die manier kunnen we de
tijd zijn werk laten doen en door het schenken van aandacht kunnen we de tijd
misschien een handje helpen.
- Altijd weer opnieuw beginnen
We
hebben vrijwel altijd reeds voorgevormde opvattingen over wie we zijn en hoe we
in elkaar zitten. Mindfulness betekent de bereidheid om alles wat we reeds menen
te weten aan de kant te zetten en ieder moment volledig overnieuw te beginnen.
Ook wanneer we dagen of weken lang niet hebben geoefend kan de gedachte ontstaan
dat we het net zo goed helemaal kunnen laten zitten omdat het nu toch geen zin
meer heeft. Niets is minder waar. Juist in omstandigheden die moeilijk zijn,
juist wanneer we de moed dreigen te verliezen, juist wanneer gevoelens van
hopeloosheid of onverschilligheid zich van ons meester dreigen te maken loont
het de moeite om een nieuw begin te maken met oefenen.
- Vertrouwen
Vaak hebben we in onze opvoeding
geleerd om onze aandacht naar buiten te richten en te vertrouwen op wat anderen
ons te zeggen hadden. We zijn meestal niet gewend om onze aandacht naar binnen
te richten en te vertrouwen op signalen die van binnenuit komen. Sommige
oefeningen kunnen soms pijnlijk, saai of zelfs irritant zijn. De motivatie om
een dergelijke oefening toch te doen kunnen we alleen opbrengen indien we erop
vertrouwen dat de richting van het proces dat in gang wordt gezet positief is.
Het vertrouwen in het zelfhelende vermogen van ons eigen organisme kan
geleidelijk groeien wanneer we met aandacht en toewijding oefenen. Zo kan er
vertrouwen ontstaan in een andere manier van zijn en waarnemen.
- Niet streven (niets willen bereiken)
Meditatie is de kunst van het niets
doen, of de kunst van het niet doen. Er is een automatische tendens in ons
bewustzijn aanwezig om dat wat zich voordoet te vergelijken met wat we wenselijk
vinden. De tendens om onszelf te willen veranderen en verbeteren is bijna altijd
onmerkbaar maar tevens op hardnekkige wijze aanwezig. Wanneer je gaat zitten met
het idee “ik ga nu mediteren zodat ik straks volkomen ontspannen zal
zijn” kun je er zeker van zijn dat je gefrustreerd zult raken. De
gedachte “ik moet ontspannen” is een bron van spanning en onrust op
zich.
- Acceptatie
Acceptatie is iets anders dan
goedkeuring. We kunnen een onaangename waarheid accepteren zonder er blij mee te
zijn. Het soort neutrale observeren en waarnemen waar het bij mindfulness om
draait staat volledig los van goed- of afkeuring. Een goed voorbeeld is pijn,
een gegeven waar we vroeg of laat allemaal last van hebben. Indien zich fysieke
pijn aandient tijdens het mediteren is het de kunst om die in zoverre te
accepteren dat je haar waarneemt zonder haar te willen wegdrukken, zonder er
commentaar op te hebben, zonder er een oordeel aan te verbinden. Dat wil niet
zeggen dat je blij bent met de pijn. (Het wil ook niet zeggen dat je niet even
van houding kunt veranderen om bijv. een verkrampte spier wat de ruimte te
geven.) Maar de waarneming ervan krijgt wel een andere kwaliteit. Het verzet
ertegen neemt af. En dan kunnen we soms ontdekken dat een gedeelte van het
probleem met pijn bestaat uit de neiging om de pijn te willen wegdrukken of
vermijden. Maar soms kunnen het ook bepaalde gedachten of gevoelens zijn die we
niet willen accepteren. Het gaat om de bereidheid om de dingen te zien zoals ze
zijn.
- Loslaten
Onze geest wil vast blijven houden aan
ervaringen die prettig zijn. Wanneer we een prettige of bijzondere ervaring
hebben gehad ontstaat er al snel een neiging om die ervaring te willen herhalen.
Dit is gegarandeerd een bron van frustratie, aangezien ervaringen zich niet
laten herhalen. Iedere ervaring is namelijk uniek. Maar het kan ook gebeuren dat
onze geest juist blijft vasthouden aan negatieve ervaringen en gevoelens: een
ervaring van gekrenktheid, de behoefte aan wraak of vergelding of het idee
ergens slachtoffer van te zijn. Vanzelfsprekend zijn er dan andere aspecten die
toch belonend werken. Iedere nacht wanneer we gaan slapen moeten we de dag
loslaten. Indien we dat niet doen kunnen we niet in slaap vallen en is dat het
eerste signaal van toegenomen stress. Als we onszelf dwingen om in slaap te
vallen (dus de grip op onze geest versterken) dan maakt dit het probleem alleen
maar erger. Loslaten is een subtiele kunst die dagelijkse oefening
vereist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten